Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarom alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Er zal Jonadab, den zoon van Rechab, niet worden [33]afgesneden een man, die voor Mijn aangezicht [34]sta, [35]al de dagen. 33. Vergelijk de manier van spreken met boven hfdst.33 vs.17. 34. Dat is, wien Ik deze genade doe, dat hij in mijn huis, dat is onder mijn volk, of in mijne kerk, plaatshebbe en mij naar mijn woord diene. De manier van spreken schijnt genomen te zijn van de priesters en Levieten, die in den tabernakel en tempel voor den Heere stonden te dienen, en voorts in het algemeen van dienaars en dienaressen, die steeds omtrent en onder de ogen hunner heren moesten zijn en oppassen. Zie Deut.1:38, en Deut.10:8, en 1 Kon.1:2. Sommigen verstaan dit enkel van de onderhouding en voortduring van dit geslacht der Rechabieten onder Israel, zolang als de Joodse staat zou duren, uit vergelijking van boven vs.7. Van den priesterlijken of Levietischen stand kan het niet worden verstaan, dewijl zij uit den stam van Levi niet waren, zelfs geen Israelieten, maar vreemdelingen, gelijk boven verhaald is, en heidenen van afkomst, waarom zij ook bij sommigen aangemerkt worden als een voorteken van de beroeping der heidenen, en als een geestelijk priesterdom door het geloof. 35. Gelijk boven hfdst.33 vs.18.